SVKL 1 maat te groot voor Krimpen 4
Spelen tegen jeugdspelers is altijd lastig. Niet omdat ze inherent beter (of slechter) zijn, maar omdat ze vaak op een hele andere manier spelen dan wij oude mensen gewend zijn. Teams met veel jeugdspelers hebben ook een gewoonte om later in het seizoen beter te zijn dan vroeg, zeker als het team wat aan de onervaren kant is. Vorig jaar wist Magnus bijvoorbeeld de kampioen in de poule te slachten in de laatste ronde! Krimpen 4 is zo’n team met een aantal jeugdspelers, en zij kwamen op de 23e november op bezoek in de Groene Olijftak.
Op verzoek was Jop deze keer op bord 3 (zwart) gezet, tegen een ongelukkige debutant in de competitie, die het met een zij-opening probeerde. Er ging echter een paard naar een veld – nota bene e5, waar je een paard normaal wel wilt zien – dat niet mocht, waarna er geen goede weg terug meer was. Dat was stukverlies terwijl Jop elke zet een stuk ontwikkelde. Een snelle 1-0.
Pepijn mocht ook al vroeg graaien op bord vijf (zwart) tegen zijn jonge tegenstander. Slaan op b2 mocht voor de verandering wél met de dame. Het won een paard en twee pionnen, Dat was mooi, maar zo rond zet 20 kwam er ook hier een paard op e5. En ook hier mocht dat eigenlijk niet: het paard kwam nota bene in een penning te staan!
Na de tweede toren er bij te betrekken op c1 en de loper ertussen op c5 miste wit hier een betere voortzetting door Tbc3 te spelen – Te3 leidde tot een afwikkeling waarin wit uiteindelijk slechts twee pionnen achterkomt – en iets verderop werden de dames geruild. Probleem opgelost, en 2-0 na nog een aantal zetten.
Nog iets anders over jeugdspelers. Het komt redelijk veel voor dat de jeugd de eerste -tig zetten van de theorie goed kent, maar dat geldt niet altijd als je wat minder standaard openingen speelt. Sierd op bord 7 (zwart) mocht al na een zestal zetten de denktank in: niet wegens ‘out of book’, maar juist omdat een van de scherpste lijnen in de opening op het bord kwam, en dat vereist wat nadenken. Wat bleek: de gasten hadden net de afgelopen weken een aanval op deze precieze openingssoorten behandeld bij de jeugd! Gelukkig voor de gastheren werd de stelling te vroeg opgeblazen en was het daarna een kwestie van veilig de boel uittikken. 3-0, maar of deze winstpartij over een jaar of twee nog zo zou zijn?
En toen kwam om klokke drie Arie (bord 6, wit) aanlopen. Hij had al een hele tijd een gezonde stelling tegen een derde, iets oudere, jeugdspeler. Het was een schoolvoorbeeld van de sterkte van het loperpaar tegen een zwarte toren die niet wist waar hij moest staan, een beetje vastgemetseld in de eigen pionnenstelling. Rustig uitschuiven, op de juiste plaats breken, dat is Arie wel gegeven. Hij is ondertussen toch al weer 7 wedstrijden op rij ongeslagen in de KNSB (4 winst, 3 remise), en dat is een prima serie.
Lars (bord 8, zwart) kwam al snel een stuk voor, en wist daar nog een vrijpion op d6 bij te voegen. Dat vereist met alle zware stukken op het bord nog enig voorzichtig geschuif, maar de overwinning was nooit in gevaar. Matchpunten binnen.
Kevin (bord 4, wit) had een naamgenoot tegenover zich, en deze laatste jeugdspeler van Krimpen hield het langste stand van allemaal, maar ook hier ging er op een gegeven moment een stuk af. Compensatie was er niet, en Kevin van Kasteel Lekstroom tikte het vakkundig en rustig uit. 6-0.
Blijven over de twee topborden. Colijn (bord 2, wit) kreeg óók een paard op e5, alleen was deze in plaats van fout, juist best wel lekker.
Niet weg te jagen zonder twee paardzetten te doen en het kijkt naar een gat op f7, plus het komt er met tempo op de dame. Zij heeft niet zo veel velden, en in de partij gaat zij dan ook terug naar e8. Verder is de pion op e6 uiteindelijk zwak. De centrumpionnen van Colijn maakten het werk ook af, alleen op een niet standaardmanier.
Zie je ook niet vaak, e4#. Dat bracht de tussenstand op 7-0. Zouden we het resultaat van tegen Moira Domtoren 3 uit maart (7-1) gaan verbeteren, of zou het bij evenaren blijven?
Op dat laatste leek het wel. Jan (bord 1, zwart) stond al tijden bijzonder matig. Hij was vakkundig teruggedrongen op een manier die hij niet leuk vond, en moest met de moed der wanhoop een a-typische tegenactie doen. Een “noodgedwongen aanval”, in de woorden van Colijn. Stockfish was het er niet mee eens, maar een mens moet wat om te proberen om nog te zwijnen… En dat lukte. De tegenstander schoof onschuldig een pionnetje te ver op, naar g7, en dat gaf Jan nét aan voldoende tijd voor eeuwige schaakjes. Het duurde nog even voordat het ook op het bord kwam: de tegenstander dacht dat er nét aan voldoende tijd was om te gaan wandelen, maar die was er nét niet. Een marathonpartij: 5 uur lang en een zet of 75.
7.5 tegen 0.5. Een ongekende uitslag in de KNSB voor de club. De vorige keer dat dit voorkwam in de regionale bond was in april 2018, toen een 7-tal van De Rode Loper met diezelfde cijfers naar huis werd gestuurd tegen het toenmalige Lekstroom 2 – wat toen nog een samenwerking was tussen Lekstroom en het Kasteel en niet de huidige fusieclub.
Het moet gezegd worden: Krimpen kwam met meerdere invallers aanzetten: het nadeel van het vierde team zijn in een vereniging is dat je de sjaak bent bij afwezigheden in hogere teams. Dat schuift allemaal door. Zij gaan nog wel punten halen – hopelijk tegen onze concurrentie! Wij gaan op 14 december in ieder geval proberen om de punten uit Berkel en Rodenrijs mee naar huis te nemen!