Van tevoren wisten wij dat de wedstrijd tegen Voorschoten 5 zwaarder zou worden dan onze eerste wedstrijd. Voorschoten 5 had immers zijn eerste wedstrijd gewonnen en moest dus een degelijk team zijn. Ik had gezien dat in Voorschoten 5 enkele spelers met een rating 0 zaten, dus verwachtte ik een team met een aantal jeugdspelers. Voorschoten 5 bleek echter te bestaan uit acht jeugdspelers. Kevin herkende een van heen als de speler die Kevins groep had gewonnen bij het NK snelschaken.
De wedstrijd is achteraf gezien op te splitsen in twee wedstrijden: bord 1 t/m 4 en bord 5 t/m 8. Om met de laatste te beginnen: op bord 5, 6 en 8 zaten spelers met een rating 0 die snel en onnauwkeurig speelden. Zo hadden Pepijn, Kevin en ikzelf snel een punt te pakken. Lars speelde de opening iets te terughoudend en moest helaas een nederlaag incasseren tegen een tegenstander met een rating van 1665. Zo was vóór 15:00 uur de stand 3-1.
De wedstrijd aan bord 1 t/m 4 was schaaktechnisch van een veel hoger kaliber. Deze is ook met 3-1 gewonnen, maar deze uitslag was het resultaat van harde strijd. Giovanni’s tegenstander was – volgens Aart – “een soort Jan, kijk eens, echt een nijlpaard”. Giovanni bood zijn tegenstander een pion op h4 aan, in ruil voor het loperpaar. Ikzelf zou die pion ook genomen hebben en óók ik had Giovanni’s vervolgzet niet gezien. Maar ook deze tegenstander speelde te snel en hij nam niet de tijd de stelling te doorgronden. Daardoor stond hij binnen enkele zetten materiaal achter. Zo stond het 4-1 vóór 16:00 uur.
Op de drie overgebleven borden was toen nog niet te zien hoe de partijen zouden gaan aflopen. Colijn stond op bord 1 slechter (hij had een kwaliteit moeten geven voor een pion) tegen de jongen die Kevin had herkend van het NK snelschaken, een speler met een rating van 1900. Pieter had op bord 2 meer ruimte en domineerde een “gat” op d6, maar het was onduidelijk of er een plan bestond dat hiervan gebruik kon maken. En Aart keek de hele middag naar een stelling met zestien pionnen op het bord, met als thema “wie gaat openen en wordt het resultaat dan twee half-open lijnen of één open lijn.” Uiteindelijk kon Aart de f-lijn openen na een ongelukkige paard-manoeuvre van zijn tegenstander. En toen ging het snel hardhandig mis voor laatstgenoemde, met een hoofdrol voor Aarts witveldige loper die de hele middag op b7 had gewacht, starend tegen pionnen op a6 en c6. Daarmee waren de twee wedstrijdpunten binnen.
Pieter was er inmiddels in geslaagd de zwarte pion op d7 te winnen. Ik heb niet kunnen zien of dit te danken was aan Pieters spel of aan zijn tegenstanders te lichtzinnige verdediging. (Pieters partij lijkt mij boeiend trainingsmateriaal voor ons allemaal.) Snel na de pionwinst won Pieter met een “petite combinaison” een kleine kwaliteit en daarna was het pleit snel beslecht, vooral omdat Pieter voorbeeldig om het initiatief bleef spelen.
Echt precies gelijktijdig met Pieters matzet moest Colijn de handdoek in de ring gooien. Hij had zich enkele uren met grote spitsvondigheid verdedigd, maar was helaas niet bestand tegen de kwaliteit en degelijke spel van het Voorschotense talent.
Na afloop bleef het hele team in het clubgebouw om gezamenlijk Chinees te eten, natuurlijk samen met eenieder die dat ook wilde. Belangrijk onderwerp van gesprek tijdens het eten was de eerstvolgende wedstrijd, 22 november tegen CSV 2, omdat deze wel eens beslissend zou kunnen worden voor het kampioenschap…..
Jan Jansen
