Op dinsdag 8 april mocht het eerste team van onze vereniging aantreden tegen het eerste van SV Rivierenland. Aangezien ons team met name vroeg in het seizoen punten heeft laten liggen is promotie in principe niet meer mogelijk. Door de 6-2 overwinning vorige maand in Nieuwaal behoort degradatie echter ook niet meer tot de mogelijkheden. Een wedstrijd zonder dat we ergens voor spelen op papier dus. Ondanks dit sombere vooruitzicht genoeg reden voor spanning, bij Rivierenland staat de druk er namelijk vol op; zij vechten tegen degradatie.
Bord 1: Colijn Wakkee (zwart) – Henk Spies

Henk Spies – Colijn Wakkee
We beginnen deze partij vanaf zet 17 waar zwart aan zet is. Omdat wit op zet 12 vroegtijdig het centrum geopend heeft met d4, heeft zwart (bizar genoeg horizontaal) door middel van de torens complete controle over het centrum. Colijn wist tevens de mokerslag Lxh3 te vinden op zet 17 waarbij Stockfish al een doorslaggevend voordeel geeft. Het tactisch gevecht zou nog even voortgeduurd hebben na 18. Lxh3 Th5 19. g4 Pxg4+ 20. Kg1 Pxe3 21. Lxd7, waarna …Tg5+! 22. Kh1 Txe4! nog even gevonden moest worden (wat zowel in de partij als in de analyse niet gebeurde). In de partij werd 18. Df3 gespeeld en kon Colijn de witveldige lopers afruilen. Het vervolg was juist weer een behoorlijk strategische partij. Nadat Colijn (in zijn stijl) alle zwaktes in zijn eigen stelling oploste was de aanval genadeloos, snel en doeltreffend. 1-0.
Bord 2: Pieter Molendijk (wit) – Hemmo Mulder

Pieter Molendijk – Hemmo Mulder
Een partij die door stockfish gezegend wordt door een 98+ percentage van nauwkeurigheid. De eindpositie waar de spelers een remise hebben gemaakt is dan ook (zonder verrassing) compleet gelijk. De tegenstander gaf na afloop van de partij aan dat dit de ‘GM variant’ was die Peter Leko in zijn tijd veel speelde. Voor de geïnteresseerden: de opening staat te boek als de Beverwijk variatie van de Berlijnse verdediging binnen de Ruy Lopez.
Bord 3: Elmer van Veenendaal (zwart) – Hein Hoekstra

Hein Hoekstra – Elmer van Veenendaal
In deze partij stond een thematisch mindere ruil voor wit centraal, namelijk die van de gefianchetteerde loper op g2. Elmer kon door middel van dit gat in de witte positie chirurgisch de druk opvoeren. Die precisie miste heel even op zet 22 toen Elmer de witte toren op d3 sloeg, waar wit na 23. Dxd3 zijn beste positie na tijden kan bereiken, maar was weer geheel terug toen 23. Txd3 gespeeld werd. 23…Pf3+ en wit kan de kwaliteit inleveren, of zoals in de partij na 24. Kf1 de hand uitsteken, want laat het maar aan onze chirurg om de mat in 1 te vinden. 1-0
Bord 4: Pepijn van Mourik (wit) – Wim Kruimer

Pepijn van Mourik – Wim Kruimer
Onze meest gretige speler; Pepijn. Voordat ik de indeling maakte kreeg ik van hem het verzoek om hem op een hoger bord te zetten. Dit soort ambitie waardeer ik wel en dat wordt dan ook beloond, alhoewel; het is aan hemzelf om zichzelf te belonen. En zichzelf belonen deed hij, in een partij die geheel in zijn stijl met 1. Pc3 begon (de van Geet opening), werd in een verwoestende aanval op de koningszijde omgezet. In deze positie speelde Pepijn 15. g6!, een zet die de zwarte positie explodeert. De zwarte koning zal nu de rest van de partij in gevaar zijn in het midden van het bord. De partij volgde, 15…Pc5 16. gxf7+ Kxf7 17.Thg1 g5? 18. hxg5 hxg5 19. Lxg5 Lxg5. 20. Txg5 , waarbij het een voorzichtige conclusie is dat de zwarte koning behoorlijk alleen is. Niet veel later (nadat Pepijn ook hout gewonnen had) ging de tegenstander dan ook door zijn vlag. 1-0
Bord 5: Jan Jansen (zwart) – Freek Veldmeijer

Freek Veldmeijer – Jan Jansen
Tot aan de dag voor de wedstrijd was het de bedoeling dat Jan deze wedstrijd zou gaan uitzitten, we hadden immers genoeg spelers en Jan gaf zelf aan een pittige werkdag te hebben. Het (slechte) nieuws kwam echter dat Aart Baas helaas ziek was, dus Jan kon zijn borst nat maken. Niet heel gek dat Jan een remise aanbood nadat hij de Oosterijkse aanval van zijn tegenstander neutraliseerde. De tegenstander vond het ook wel gezegend en accepteerde. Deze keer kom je er mee weg Jan, maar in het vervolg verwachten we weer die vechtlust van de afgelopen tijd!
Bord 6: Lars Klomp (wit) – Joost van Egmond

Lars Klomp – Joost van Egmond
Bij Lars ging het al goed fout in de opening, zwart kreeg door middel van een paar tactiekjes een verwoestende grip op de dame zijde. De tegenstander wist dit voordeel om te zetten in een sterke toreninfiltratie, een mega paard en mogelijke aanvalskansen op de koningszijde. Het is dan ook dit laatste dat cruciaal bleek te zijn. Na 25…Dg4 staat de e4 pion dubbel aangevallen. Toen Lars dit verdedigde met 26. f3?? stak hij ook meteen zijn hand uit. Je moet het hem nageven, e4 staat nu mooi verdedigd, maar of dat de koning waard is? 0-1.
Bord 7: Peter Houwink (zwart) – Albert Sluiter

Albert Sluiter – Peter Houwink
De marquee matchup van de avond, niet op papier maar wel in uitvoering. Wat startte als een solide (lees: saaie) London opening werd door Peter uiteindelijk omgezet naar een agressieve koningsaanval, waarin wit het volgens Stockfish een heel stuk moeilijker had dan zwart. Het Kritieke moment van ommekeer is echter na 28. f4. Het lijkt nu alsof wit al zijn zorgen heeft opgelost en de tegenstander was zichtbaar blij met zijn stelling. Als men een blik werkt op de evaluatie-bar ziet men echter een heel ander verhaal. Er zijn twee krankzinnige continuaties waarbij zwart de partij levend kan houden/ kan winnen. De mooiste in mijn optiek gaat alsvolgt: 28…gxh2+ 29. Kh1 Dxg2+!! 30. Kxg2 Pxf1!! 31. Kh1 (om de h-pion te stoppen) Tg8. Een matdreiging waar wit alleen de dame kan weggeven om het te stoppen. In de wedstrijd werd echter 28…Dd5 gespeeld en ging het paard verloren. Het latere eindspel bewees echter nog vlijmscherp te zijn, want Peter hield het een flinke tijd vol en menig toeschouwer zat al te kijken naar manieren om er een remise uit te slepen. Toen kwam de ‘finito’, mat was onoverkoombaar. Wat echter jammer was, was dat de tegenstander de behoefte had die ‘finito’ ook verbaal te uiten. Een slechte manier om de persoon te bedanken die de partij in leven heeft gehouden en interessant heeft gemaakt in mijn optiek. Zelfs teamgenoten voelden de behoefte om excuses aan te bieden voor dit gedrag, maar eerlijk is eerlijk, winst is winst. 0-1.
Bord 8: Kevin van der Weijden (wit) – Peter Brandsma

Kevin van der Weijden – Peter Brandsma
Deze partij was een stuk minder spectaculair dan andere partijen die we hebben besproken. Nadat zwart 11…e6 speelde besluit hij na 12. Tc1 alsnog met 12…e5 te komen. Dit cruciale tempoverlies in een positie waar wit al iets lekkerder stond stelde mij in staat om een gunstig eindspel af te dwingen. 13. dxe5 Pxe5 14. Pxe5 Lxe5 15. Lxe5 Txe5. Stockfish geeft nu meerdere manieren om sneller tactisch de geïsoleerde pion op d5 te winnen, maar zoals in de partij werd gedemonstreerd voldoet 16. e3 en later 17. Dd4 voor een blokkade van de zwarte velden en blijft de pion onhoudbaar. In een latere afwikkeling bleven alleen de torens nog op het bord staan, waarbij die van wit weer een stuk actiever waren. Langzaam vielen de zwarte pionnen, totdat de tegenstander de hand gaf. 1-0
Al met al mogen we blij zijn als team met deze overwinning, waarbij we eigenlijk geen moment in de problemen zijn gekomen. Persoonlijk ben ik zeer blij met de vechtlust en gretigheid die een ieder heeft laten zien en laten we hopen dit vast te houden, dan zit er nog veel meer in!
Nog één wedstrijd staat op de kalender; en dat is de slotronde in De Bilt waarbij Woerden 2 onze tegenstander is. Bij een ruime (minimaal 5½-2½) overwinning halen we de Woerdenaren nog in en worden we derde; anders wordt het een vierde of vijfde plaats. Rivierenland, nu nog op de veilige 8e plaats, zal goed voor de dag moeten komen tegen DBC 2 om te voorkomen dat ze worden gepasseerd door een team uit de degradatiekraker De Rode Loper 3 – Damrakkers. Voor de nummers 9 en 10 is het immers… finito.
Kevin van der Weijden