Kampioenswedstrijd KNSB 1 eindigt in mineur
Het was alsof de competitie van tevoren zo opzettelijk ingedeeld was. De laatste wedstrijd voor Dordrecht 2, de één na laatste voor Kasteel Lekstroom 1 – een poule van 7 zorgt voor vrije weekenden – en deze twee teams stonden huizenhoog bovenaan. Beiden alles gewonnen, met de nummers drie en vier op vier verliespunten. Dordrecht stond voor wegens een wedstrijd meer gespeeld, Kasteel Lekstroom had meer bordpunten opgehaald tegen de teams waar beiden tegen hadden gespeeld. Een echte kampioenskraker dus.
Het begon echter wat minder goed, nog ver voor de wedstrijd. Jop was geveld door ziekte en kon het niet halen. Dat was een aderlating. Joost Rigter werd bereid gevonden om in te vallen, maar de opstelling die was bedacht lag in duigen. Maar ja, om Helmuth von Moltke – de Oude, niet de Jonge – vrij te vertalen: geen plan is zeker na de vijand voor de eerste keer te hebben gevonden, en dat was deze keer een paar uur vroeger dan normaal.
Naar de partijen dan maar. Aart (bord 4, wit) kwam een snelschaker pur sang tegen en wist al snel ruimtevoordeel te vinden. En een dame tegen een loper?! Dat zat wel goed, maar de tegenstander liet het er absoluut niet bij zitten en wist Aart’s koning op te jagen. De juiste verdediging was hier naar voren lopen via de witte velden, en zo kwam de witte koning op b5 te staan. De enige overgebleven torens werden toen geruild en op zet 40 was het over. Een voortvarende start. 1-0.
Jan Jansen (bord 1, zwart) had een reeks van vier remises op rij neergezet dit seizoen… Maar kon de vijfde er niet bij slepen. In een partij waar hij eigenlijk geen kans had werd de koning de hoek in gedreven en kwam er een dodelijke aanval op h7 af. Soms zit het tegen. 1-1.
Waar het helemaal tegen zat was bij Kevin (3, zwart). Hij wist het paard van zijn tegenstander op a1 te dwingen, verkreeg een mooie stelling… En maakte vervolgens de verkeerde keuze op een cruciaal moment:

Na 20… Qxc2 en 21. R3xc2.
Kevin ging hier terug naar d6 met het paard, maar b2 is gratis op te rapen: de toren op c2 is overbelast en kan geen verdedigende rol spelen. Wat hierna overbleef was een eindspel loper tegen paard met een heel aantal pionnen, waarbij wit het makkelijkere spel had. Kevin koos de verkeerde voortzetting, werd in zetdwang gebracht, en verloor. 1-2.
De volgende die klaar was, was Arie (5, zwart). Vanuit een Siciliaan is het hier nooit uit de remisemarge gekomen geloof ik. Ja, wit stond voor het oog wat mooier, maar hoe de vesting te slechten? Dat was een groter probleem. Remise was dus het logische resultaat: 1.5 – 2.5.
Ook Lars (6, wit) had een lastige middag. Hij liet te veel ruimte aan zijn tegenstander en werd opgescheept met pionnen op e2 en e3. Dat is nooit lekker. De tegenstander maakte het vervolgens vakkundig uit met allerlei materiaalwinst op de meest wurgslang-achtige wijze: er was eigenlijk nooit een kans voor Lars om te zwijnen. 1.5 – 3.5, en hier begint het toch wel te dringen voor de promotiekansen.
Colijn (2, wit) dan? Hij wist de tegenstander goed terug te dringen, waardoor er een stuk voor pionnen en centrumactiviteit werd geofferd. Colijn had vooral last van een irritante zwakke pion op b3. Na wat afruilen stond Colijn nog wel goed, maar hij was wel opgezadeld met een zwakke koning en inactiviteit. In een poging om te verdedigen offerde hij zijn paard… Maar dat was juist de weg naar remise in plaats van winst. De tegenstander wist eeuwig schaak te forceren een zet of 10 later. 2-4 om 16:30.
Gelijkspel is het probleem niet. Er moet dan nog met voldoende resultaat worden gewonnen in de laatste wedstrijd, maar… Eerst moeten er nog twee winstpartijen het bord op komen op de laagste twee borden.
En dat was nog wel een probleempje. Sierd (7, zwart) was al de hele middag niet blij met de stelling vanuit het Engels, en dacht zelf zijn verdediging op te hebben geblazen met een terminale zwakte op d6… Dan maar aanvallen. Na wat onhandig spel van de tegenstander en een hoop ruilen – daarnet zijn de dames geruild op c6 – kwam de volgende cruciale stelling op het bord, met nog een half uur op de klok.

Na 29. Qxc6 Qxc6, 30 Rxc6.
De beste zet hier is b4, waarna via axb4, a3 en daarna a2 de witte toren gebonden is aan de a-lijn. Dit werd gevonden. Helaas zag Sierd daarna de betere voortzettingen niet – wit offerde de loper, maar dat had helemaal niet aangenomen hoeven te worden – en er werd ook nog wat onnodig getrianguleerd wanneer dat later niet nodig was… Maar de winst was om 18:00 binnen. 3-4.
En dan Joost (8, wit) nog. Hij had al vroeg een remiseaanbod gedaan, maar dat was toen Aart net had gewonnen – of net niet – rond 14:30. Daarna kantelde de wedstrijd en moest er door worden gespeeld… En dat gebeurde met verve. Ondanks veel druk eerst, en daarna veel trucjes in mindere stelling – twee pionnen achter in een toren + paard (wit) tegen toren + loper eindspel – was het resultaat een puntendeling… En dus een kampioenschap voor Dordrecht. 3.5 – 4.5.
Wederom de cruciale kampioenswedstrijd verloren met 3.5 – 4.5. Vorig jaar ook al zo tegen En Passant. Het zij zo. Dordrecht heeft een goed en evenwichtig team en zijn een waardige kampioen van klasse 6K. Van harte! Spanning tot het allerlaatste moment, waar kan je nog meer om vragen? Zo mooi kan schaken nu eenmaal zijn. (En als er één of twee dingen anders vallen zijn wij kampioen: zo wreed kan schaken nu eenmaal zijn.)
Er is nog een laatste wedstrijd tegen Messemaker, maar die gaat om spek en bonen.
Een verslagje van de kant van Dordrecht is hier te lezen.