Tekst toespraak bij uitvaart Karel den Boer
Op 30 december vond in Noorderveld het afscheid plaats van ons erelid Karel den Boer.
Het was een fijne, warme bijeenkomst waarin stil werd gestaan bij wat Karel allemaal betekend heeft voor zijn omgeving, als familiemens, goede buur en schaker.
Namens de schaakvereniging kwam Colijn Wakkee naar voren om het volgende over Karel te vertellen.
Het schaakspel is één van zijn grootste fans verloren.
Maar liefst driekwart eeuw is Karel lid geweest van de schaakbond, en we mogen dat absoluut een ‘actief lidmaatschap’ noemen.
Hij speelde trouw – vrijwel wekelijks – zijn partijen op de club, ook vlak voor zijn overlijden.
Daarnaast droeg hij zijn steentje bij aan de promotie van het schaken: de laatste 5 jaar bemande hij samen met Jos verschillende keren de stands van de club in Nieuwegein.Karels speelde 50 jaar bij de SV Unk in Zevenbergen.
Na zijn verhuizing naar Nieuwegein werd hij ook lid bij de plaatselijke club ASVN, die na twee recente fusies tegenwoordig door het leven gaat als Kasteel Lekstroom.
Karel hield zijn lidmaatschap aan bij SV Unk, en niet alleen dat: ook vele jaren na zijn verhuizing pakte hij regelmatig op dinsdag de auto naar Zevenbergen voor een schaakavond.
De avond ervoor had hij meestal bij ASVN al de deur op slot gedaan, waarbij het meer dan eens nachtwerk werd en hij geregeld daarna nog andere leden thuis afzette.
Memorabel zijn de nachten waarop de paar nog aanwezige ASVN’ers besloten om nog even een simultane vijfkamp te spelen – dus 5 spelers gelijktijdig tegen elkaar.
Karel graaide dan even in zijn binnenzak en plukte er een totaal vergeeld en vergaan papiertje van minstens 30 jaar oud uit.
Daarop stond dan een plattegrondje, met hoe we de tafels moesten neerzetten en welke spelers aan welke borden werden verwacht.Karel liep ook vele toernooien af in de omgeving en ver daarbuiten; vaak na eerst enkele clubgenoten te hebben geworven zodat hij met een volle auto kon rijden.
Dat was niet uit kostenbesparing, want een reiskostenvergoeding ontvangen vond hij maar niks.
Hetzelfde dacht hij over het betalen van parkeergeld, want dat gunde hij die boeven niet, dan maar wat langer lopen!Een dergelijke principiële houding had Karel ook op andere gebieden, zoals in zijn conflict met de schaakbond van de regio Utrecht.
Kort samengevat: Karel mocht met zijn dubbellidmaatschap in regio Utrecht geen competitie spelen, waar dit in Brabant geen probleem zou zijn geweest.
Hij had dit pragmatisch en kosteloos kunnen oplossen door zijn lidmaatschappen bij Unk en ASVN om te wisselen, maar dat was niet des Karels: hij wilde hoofdlid blijven bij zijn eerste liefde SV Unk.
Het conflict deed Karel zo veel, dat hij een tijdje alle schaakactiviteiten in de regio Utrecht uit de weg ging, inclusief zijn lidmaatschap bij ASVN.
Gelukkig is deze gekke situatie uiteindelijk opgelost, waarna Karel als vanouds weer overal zijn gezicht liet zien.
Maar als je dit onderwerp een keer ter sprake liet komen, zag je het vuur in Karels ogen weer even oplichten.Lang heeft Karel in de top meegedraaid bij ASVN.
Tussen 1996 en 2001 werd hij 4x clubkampioen.
Als opkomende jeugdspeler destijds heb ik veel spannende duels met hem uitgevochten.
Je eerste partij spelen tegen Karel is een bijzondere ervaring.
Het begint al met het handen schudden vooraf.
Karel stelt zich voor met “DeN Boer” en waag het niet om die N te vergeten op je notatievelletje.
Verder zie je hem de hele avond – ook na de partij – niks anders drinken dan koffie, en dat met een flinke scheut melk en drie klontjes suiker (per keer!).
Toen de schaakbond – onder druk van NOC*NSF – een dopingreglement moest gaan opstellen, werd Karel even behoorlijk zenuwachtig.De meest iconische tic van Karel is wel zijn gemompel en zacht uitgesproken gemopper tijdens de partij.
Voor de niet-schakers: officieel dienen wedstrijden in stilte te worden gespeeld.
Was Karel echter je tegenstander, dan kon je er maar beter voor zorgen, dat je af en toe verwensingen naar je hoofd geslingerd kreeg.
“Ah, pionnetje pakken, gemenerik” “Nog laffer dan laf!” “Smiecht” en natuurlijk het onvergetelijke “Snoodaard”.
Menig schaker weet bij deze citaten onmiddellijk om wie het gaat.
De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat daar ook vaak weer complimentjes tegenover stonden, zoals “Wat ben jij goed zeg” of “Je speelt als een vorst”.
Soms lokte Karel bij zijn tegenstander een reactie uit.
“Wat ben ik nou?” mopperde hij dan.
“Een oen” of “een zakkenwasser” waren de twee mogelijke antwoorden, waar Karel er meestal zelf één van uitkoos.
Maar als je hem vòòr was en één van deze antwoorden voor hem invulde, kon hij daar ook om gniffelen.Tenslotte verdienen de volgende quotes nog een eervolle vermelding:
“Paarden zijn krengen van dingen”, en wat we de laatste tijd steeds vaker hoorden:
“Argh, het is niks meer met mij, ik ga dammen”.Karel, bedankt voor de mooie tijd, je inzet voor de club, de sportieve strijd die we met je hebben mogen voeren, en de vele kilometers die je voor mij en mijn clubgenoten hebt gereden.
Ondanks je klaagzangen weten we dat je enorm genoten hebt van dat lastige, maar “prachtig mooie” schaakspel.
En gelukkig heb je je belofte, om de overstap te maken naar het damspel, uiteindelijk nooit waargemaakt.Dank je wel, en rust zacht.
Mooie speech Colijn! En allemaal heel herkenbaar!