SVKL 1 haalt uit in de KNSB
Vorig jaar was het resultaat tegen Moira Domtoren 3 een bescheiden 4-4; een voorbode van onze degradatie allicht. Dit jaar kwamen we het vierde team van Moira Domtoren tegen: een mix van gelouterde rotten en een aantal jeugdspelers die in de KNSB komen proeven. Vorige uitslagen gaven wel aan dat wij de favoriet zouden moeten zijn, maar ja, maak het maar waar, zeker zonder Colijn en met een onbekend aantal jeugdspelers van onbekende sterkte.
Het bleken uiteindelijk twee jeugdspelers te zijn, en één ervan was als eerste klaar. In een Caro-Kann kwam de jonge tegenstander, tevens SGS kampioen in de D-leeftijd, niet aan rokeren toe. Dat vond Joost Rigter op het zesde bord wel leuk, en er werd lekker binnengedrongen via een open lijn op de damevleugel, met mat als uiteindelijk gevolg. Een vroege 1-0.
Rick Vlietstra had, zoals eigenlijk gebruikelijk dit seizoen, zwart op het zevende bord, en kwam na een wat onwelvallig uitziende fase in het middenspel tot een eindspel met een pion meer, één toren aan beide kanten. Binnen de remisemarge? Mogelijk, maar Rick liet zien dat hij het eindspel veel beter in de vingers had dan zijn tegenstander. Altijd ruimte minimaliseren, en de winst werd vakkundig binnengehengeld. 2-0.
Het eerste bord werd voor de gelegenheid bezet door Jan Jansen, die zijn geliefde opening op het eerste bord tentoon wilde stellen. Uiteraard gebeurde dat niet: waarom zou het ook ooit eens meezitten, maar nadat het ook hier eventjes wat optisch onwelvallig leek in het middenspel kwam er opeens een hele gemene loper uit de g7-schulp gekropen, en de verdediging van de witte koning werd aan flarden gereten. Een gewonnen stuk was voldoende voor een gewonnen partij. 3-0.
Bijna tegelijkertijd was Ben van Baren klaar op bord twee, en hij had geen lekkere dag tegen de Konings-Indiër van de tweede jeugdspeler van Moira Domtoren. Hij maakte wel van de nood een deugd met een leuk paard op c6, gedekt door een pion op d5 en nog wat andere stukken, maar die pion was ook weer een isolani en de zwarte stukken werkte veel beter samen. Het resultaat was dan ook een onfortuinlijke nederlaag tegen een sterke jeugdspeler. 3-1.
Arie Post op het vijfde bord zei na een uur of twee spelen dat hij bijna een toren kwijt was, en hoewel dat niet gebeurde was het vanuit een geliefde variant van het Siciliaans ook niet echt een partij waarin aan alle regeltjes werd gehouden. Paarden aan de rand zijn schandes voor het land, en er stonden er op een gegeven moment drie op de A of H-lijn. Uiteindelijk wist hij alles wel mooi op te lossen, en toen kwamen er allerlei dreigingen via diagonalen in het spel. Ook hier was dit stukwinst en partijwinst. 4-1, eerste wedstrijdpunt binnen.
Op bord vier zat Sierd van den Beld, tegen een verdedigende en licht passieve variant van het Frans. Het nadeel van dat soort stellingen – statische voordelen voor zwart, dynamische voor wit – is dat er constant een gevaar is voor het opeens verdwijnen van de aanval als sneeuw voor de zon, en dat kostte zoveel tijd dat de tijdscontrole met slechts twee minuten werd gehaald. Er was echter genoeg voordeel, ondanks een poging tot blunderen naar potremise, om de vis binnen te halen. 5-1.
Philips Rosaria ging op het achtste bord vissen op de damevleugel. Er was al vroeg in de partij een open C-lijn gecreëerd, en dat liep niet heel erg goed af voor de tegenstander, zeker niet omdat er ook gaten in de koningsstelling zaten waar de dame vanaf e5 lekker naar kon kijken. Het verhaal moge verder bekend klinken: torens over een open lijn, geen ruimte voor de verdedigende zwartspeler, en een vis op het droge. 6-1.
Het hield niet over, zeker niet omdat Aart al vroeg op de middag in een stelling zat waarvan omstanders wisten dat het wel redelijk goed zou komen, op het derde bord voor de gelegenheid. De remisemarge was natuurlijk altijd een optie in een stelling waarin de pionnenstructuur gesloten is, zeker met de dames van het bord af na een ruil op d2, maar de stelling leek onbekend te zijn voor de tegenstander, en dus kon Aart zijn activerende zetten doen om hard binnen te knallen op de vijandelijke zwaktes. En zo geschiedde. Uiteindelijk. 7-1. Mon dieu.
Enigzins geflatteerd? Ja. Het had ook makkelijk een punt of twee minder kunnen zijn, maar alles viel deze keer gewoon goed voor de grootste uitslag van het eerste KNSB-team in jaren. De vorige keer dat dit zo was, was in het afgebroken seizoen 2019-20, waarin op 7 maart 2020 het toenmalige Moira Domtoren 3 ook met 7-1 op de korrel werd genomen, thuis. Spelers die er toen én nu bij waren: Aart en Jan, beiden met de witte stukken. (Arie, Rick en Sierd speelden in het tweede destijds, dat die dag ten onder ging tegen een team uit Almere.)
Enfin, de seizoensfinale is over drie weken in Almere. Bij winst zijn we waarschijnlijk derde, met dank aan het gelijke spel van Almere 3 tegen Amersfoort 4. Bij verlies blijft het bij nummertje vier.
P.S. De ratings hieronder zijn wat hoger dan men gewend is. De FIDE heeft besloten om ratings onder 2000 op te hogen om ratingdeflatie tegen te gaan, en de KNSB is hier in meegegaan. Zie ook hier.