SVKL 1 (SOS): Gelijkspel op slotavond bij DBC
De laatste wedstrijd van het eerste SOS-team was, net zoals voorgaande jaren, centraal georganiseerd door de bond en DBC. Het eerste had tot nu toe een normaal seizoen gehad, met resultaten die dit jaar iets de goede kant opvielen en dus stond het team derde, met nog een kans op promotie. Daarvoor moest wel gewonnen worden en moest Moira Domtoren 3 van bijna-kampioen De Rode Loper 2 verliezen.
Er waren drie afwezigen van de vaste krachten: Ben van Baren, Jan Jansen, en Joost Rigter waren allen niet in staat om er te zijn. Het resultaat was dat de gemiddelde leeftijd van het team hard naar beneden ging met de invallers Sierd van den Beld, Peter Houwink, en Kevin van der Weijden.
Omdat schrijver dezes niet heeft bijgehouden wie wanneer klaar was, gaan we maar weer eens in omgekeerde bordvolgorde. Startende, dus, op bord 8, met Peter Houwink, die zijn eerste externe schaakwedstrijd speelde sinds de Meesterklasse C-leeftijd in 2007/2008. Tijdje geleden, en hij is ook een jaar of 15 gestopt met schaken in clubverband, maar verleerd? Neen, absoluut niet. In een Engelse partij kwam hij al snel voor qua ontwikkeling; en dat soort voordelen waren aan hem wel besteed. Uiteindelijk kwam er een pion op d6 en een loper op c7 als wit, en dat kostte materiaal. De winst kwam daarna vanzelf binnen. Appeltje eitje.
Invaller #2 zat op bord 7 in een partij waar beiden huiverig waren om de pionnen van het bord te stoten. De eerste pion die eraf ging was na 19… exd5. Alle zware stukken stonden nog op het bord toen, maar 5 zetten later was dat ook verminderd tot één toren en een paard voor wit tegen een loper voor zwart.
Kevin’s loper was echter sterk, ondanks dat hij op h7 verborgen was, en het paard op h4 stond mijlen weg van de actie. Nadat wit naliet om de koning te activeren kon Kevin binnenkomen en vanaf daar een voordeeltje uitbouwen. De loper werd geruild voor het paard, en er zat nog één foutje in toen er ergens werd geslagen wanneer het niet mocht, maar de tegenzet werd niet gezien.
Teamleider ad interim Arie zat op het zesde bord, en had een partij met veel torens die over en weer schoven. Aanvankelijk leek het erop dat Arie’s torens de betere waren: er stond al redelijk vroeg in de avond een toren op de zesde rij, maar ergens ging hij over op verdedigen en spelen op een opstomende pion. Dat ging… Niet helemaal goed, en er kwam uiteindelijk een röntgenschaak op het bord, waarna Arie opgaf. De toren ging er immers gratis af, en dat is wel wat veel.
Henny op bord 5 had een vreemde partij. In de woorden (hier te lezen) van de tegenstanders: “In een klassiek opgezette partij leek het er allemaal redelijk overzichtelijk uit te zien, maar bij een volgend keertje langslopen stond er opeens een witte loper op h7 en een zwart paard op f2!” Dat was het echter wel een beetje qua actie: er werd geruild en geruild en toen was het remise.
Sierd op bord 4 deed een gooi naar de ‘hoe zet ik mezelf klem’ prijs. Na een afgrijselijk 12. b4 zat er geen enkele harmonie in de stelling, en na een zet of 19 had zwart een klein voordeel volgens de computer, maar een groot voordeel optisch. Open f-lijn, een zwarte a-pion die op elk moment kan breken, en een koning nog in het midden, later lang gerokeerd, dat gedoe.
De voorzetting van zwart was echter niet optimaal, en er werd een kwaliteit gewonnen – hoewel er ook nog een potremise-afwikkeling inzat met paarden die overal en nergens heengingen. Helaas had dit alles zoveel tijd gekost dat een remiseaanbod van de tegenstander aan werd genomen – 12 minuten tegen 51 minuten is lastig spelen, maar het had moeten kunnen met een voordeeltje van ~+2. Tja.
Geschokt door wat de buurman tentoonstelde in de opening was Aart op bord 3 al heel snel aan de ruil gegaan. Alle zware stukken gingen van het bord af, alle lichte stukken bleven over, en hoewel het nog eventjes werd geprobeerd, is het nooit echt uit de remisemarge gekomen, al helemaal niet nadat het op ongelijke lopers uitkwam.
Colijn had ook al problemen met een b4, alleen nu op zet 13. Het resultaat was dat een hele hoop stukken van wit vast stonden op die kant van het bord: Pb5, Tb4, Pb1(!), en de loper op c2 stond ook tegen de eigen pion op e4 aan te kijken. In de tussentijd kon zwart een dodelijk aanval op h3 opzetten: Dc8, Ld7, Rh5. Colijn probeerde met een Kh2 Th1 Kg1 een creatieve verdediging neer te zetten, alleen na 22… Lg4 was de dame opeens gevangen. Oeps.
De stand is hier 3.5-3.5. Dit was ook de stand waarmee iedereen naar het eerste bord toog, waar Elmer, zoals eigenlijk gewoonlijk, als laatste bezig was. Hij stond eerst beter, maar de tegenstander bood taai spel en wist langzaam maar zeker tussen het op-increment-spelen van Elmer en solide spel aan zijn kant de stelling om te draaien. Er zat een mooi moment van een dolle toren in waardoor er een Dame-tegen-toren eindspel op het bord kwam. Normaal geen goed teken, maar Elmer ging op voor de Houdini-prijs, en wist zijn eigen dolle toren op het bord te toveren, en dus werd het remise.
Met 4-4 was promotie niet mogelijk behalve in een extreem theoretisch geval, maar aangezien Moira Domtoren 2 zelf in diepe tijdnood ook nog de 4-4-haven bereikte was er nooit een promotie mogelijk geweest voor ons na de eerste verliespartij. Wij blijven nog een jaartje in de eerste klasse.