Het vierde in Hoogland: goed spel, maar lage score

Het vierde in Hoogland: goed spel, maar lage score

Op vijf februari speelde het vierde team de zesde wedstrijd. Ronde vijf was dramatisch verlopen met een nulscore op elk bord, dus het kon alleen maar beter gaan tegen Hoogland 3 – toch wel thematisch ook de nummer drie in de poule. Voor Johan Damstra – ziek – viel schrijver dezes in. Bij gebrek aan op hebben geschreven wie wanneer klaar was gaan we van laag naar hoog.

Op het zesde bord ging het al vroeg mis. Wim Schoor liet zich in de opening al snel de kaas van het brood eten, en hoewel er geen klok aanwezig was in het lokaal, is het een veilige gok dat de reis naar Hoogland langer duurde dan de partij zelf. Het was een mooi mat, dat moet worden gezegd, maar daar koop je niets voor.

Het vijfde bord was als laatste klaar, met Wim Klomp die goed nadacht over zijn zetten en die doelmatig te werk ging. Het kwam aan op een eindspel waarin Wim drie pionnen had voor een loper, met allebei de partijen nog een dame en een toren erbij. Zijn tegenstander wist één pion te winnen met schaak, maar na het opheffen en een tussenzet van de tegenstander had Wim het af kunnen wikkelen naar een heel onduidelijk eindspel van T+4 tegen T+L+2 door de dames verplicht te ruilen. Helaas was de zet die hij deed een voorbode voor mat, en zo ging deze partij ook verloren, maar slechts na lange en hoopgevende strijd!

Lynn had op bord vier een ondoorgrondelijke stelling in een Berlijnse verdediging, het soort met nog circa 28 tot 30 stukken en pionnen op het bord op zet 20 of iets dergelijks. Naar later bleek stond ze op dat moment erg goed, maar de complexiteit was dusdanig dat het uiteindelijk na een hoop afruilen richting de remisemarge ging, en toen kwam ze een cruciale pion achter in het verre eindspel.

Ging het op bord drie beter? Helaas niet. Mieke kwam al vroeg met een zwakkere pionstructuur te zitten, een isolani op d4 speelde haar behoorlijk parten, en na het verkeerd wegspelen van de zwartveldige loper liepen haar stukken elkaar een beetje in de weg. Er ging een pion af, er kwam een toren binnen op de tweede rij, er werd nog wat geschoven en geruild en toen ging er nog een tweede pion af. Dat voordeel was meer dan voldoende voor de gelouterde tegenstander om het uit te tikken.

Op bord twee was er een onderonsje tussen (oud-)jeugdleiders. Het werd vooral een schuifpartij met veel tactische wendingen waarin zwart op activiteit speelde en wit de betere positionele structuur had. Zwart kreeg in het middenspel de kans om op c3 te slaan – deed dat vervolgens met het verkeerde stuk omdat er een combinatie in zat – maar die werd gemist, en na iets onnauwkeurig spel van wit bleek het zo te zijn dat niet alle toreneindspelen remise zijn: zwart ging aan de haal met het punt.

De partij van de dag was zeker op bord 1 te vinden. Hans Weerdenburg had met wit een vreselijk gevaarlijke aanval opgezet op de vijandelijke koningstelling, met lopers die vanaf ver de boel bekeken, een paard dat rondhing, en een pion die ook nog wat opgeschoven stond. De verdediging was goed, en de zwarte lopers deden maar heel weinig onder voor hun witte evenknieën met constante dreigingen op de torens en het algemeen bestrijken van heel veel nuttige velden waar de witte stukken niet heen konden. Uiteindelijk werd er wat afgeruild en hoewel er misschien nog wel zang in de stelling zat, bood Hans remise aan. Dit werd aangenomen: een prima resultaat als je even aan ratingjournalistiek doet.

En zo was het een iets groter uitgevallen nederlaag dan het spel deed denken. Die zitten er helaas ook in. De volgende wedstrijd is ook al zo’n verre, uit in Muiderberg. Dan hopelijk beter!

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.

Enter your keyword